Eén van de eerste stoomlocomotieven in ons land was de Arend. Het Spoorwegmuseum beschikt over een replica van deze locomotief met bijbehorende personerijtuigen.
Welkom in het Virtueel Railmuseum! In dit museum vindt u enkele van de vele topstukken uit het Nationaal Register Railmonumenten, voorzien van extra historische informatie.
Het Nationaal Register Railmonumenten is te beschouwen als een
'Monumentenlijst' voor historisch spoor- en tramwegmaterieel. De railmonumenten in het Virtueel Railmuseum staan stuk voor stuk voor belangrijke ontwikkelingen in de geschiedenis
van het Nederlandse railvervoer of voor materieeltypes die jarenlang
beeldbepalend zijn geweest op de Nederlandse spoor- en tramlijnen.
De wording van het moderne Nederland hangt voor een belangrijk deel samen met de ontwikkeling van het railvervoer, dat Nederland mede heeft gemaakt tot wat het nu is. Zo vertellen de railmonumenten niet alleen een essentieel hoofdstuk uit de geschienis van
het vervoer over de rails in ons land, maar evenzeer uit de veel omvangrijker geschiedenis van Nederland als geheel.
Vergeet niet dat u zich in een 'Virtueel Museum' bevindt! Als u de railmonumenten echt wilt zien, kunt u naar een echt museum gaan. Bij elk railmonument wordt vermeld waar het 'In real life' te zien is.
Verdere informatie bij rail@railmonumenten.nl.
De Engelsman Richard Trevithick
wordt wel beschouwd als de "vader van de stoomtrein". Hij bouwt in 1801 zijn eerste stoomgedreven wegvoertuig en in 1804 een stoomvoertuig op rails: de stoomlocomotief is geboren. In de
jaren daarna worden in verschillende landen pogingen gedaan om goede
stoomlocomotieven te bouwen, in eerste instantie bedoeld voor kolenmijnen.
De locomotief van Trevithick kent nog de nodige kinderziektes. Als in 1825 de eerste echte spoorlijn
ter wereld wordt geopend, de mijnspoorweg tussen Stockton en Darlington
in Noord-Engeland, heeft de beroemde George
Stephenson zijn eerste locomotief gebouwd, de "Locomotion". Al een stuk beter bruikbaar, Vier
jaar later wordt tussen het Engelse Liverpool en Man-de eerste echte
spoorweg ter wereld voor passagiersvervoer geopend. Hiervoor bouwde
Stephenson een locomotief met de toepasselijke naam "Rocket".
Dan zijn de meeste kinderziektes overwonnen en in Groot-Brittannië wordt de trein aan het begin van de 19e eeuw al snel een enorm succes. Andere landen in de westerse wereld volgden
het Engelse voorbeeld. De stoomtrein werd gezien als een van de
belangrijkste symbolen van de industriële revolutie. In België,
Duitsland, Frankrijk en de Verenigde Staten werd het nieuwe transportmiddel
vol enthousiasme binnengehaald.
In Nederland liet het succes van het nieuwe vervoermiddel wat langer
op zich wachten, al reed ook hier vanaf 1839 de stoomtrein; in
dat jaar werd onze eerste spoorwegverbinding tussen Amsterdam en
Haarlem geopend. Ondanks aanvankelijke twijfels groeide het spoorwegnet langzaam maar zeker en werden grote delen van het land met elkaar verbonden.
Rond 1900 was de trein het belangrijkste vervoermiddel in Nederland, rond 1930 beleefde het Nederlandse spoorwegnet
zijn hoogtepunt. Toen doorkruisten 3500 kilometer spoorrails, hoofdspoor en secundaire
verbindingen ons land. Behalver nationaal was het railvervoer ook internationaal van grote betekenis. meer >
Vooral in de tweede helft van de 19e eeuw breidde het spoorwegnet
zich gestaag uit, met dank aan de Spoorwegwet van Van Hall in 1861. Eerst werden
de grotere plaatsen met elkaar verbonden, daarna kregen ook andere
plaatsen hun toegang tot het spoor. Rond 1880 was het hoofdspoornet,
zoals we dat nu nog kennen, voltooid. meer >
Als aanvulling op het hoofdspoornet werden lokaalspoor-lijnen aangelegd.
Deze waren bedoeld voor de korte afstanden en daar waar minder vervoer
te verwachten viel, bijvoorbeeld in dunbevolkte gebieden. Ze waren
van grote betekenis voor de ontsluiting van het platteland. meer >
In de tweede helft van de negentiende eeuw kwam een nieuw soort
railvervoer in gebruik: de interlokale tram. Net als het lokaalspoor
werden hiervoor als aanvulling op de hoofdspoorwegen tramsporen
aangelegd op korte afstanden en in dun-bevolkte gebieden. Dit gebeurde
waar de aanleg van een echte trein te duur zou worden. meer >
In de tweede helft van de negentiende eeuw verscheen in diverse
plaatsen de lokale tram als uitermate geschikt massavervoermiddel
binnen de bebouwde kom. Vooral voor de grotere gemeenten bleek de
tram een onmisbare schakel in de stadsontwikkeling. meer >
De trein werd voor het eerst gebruikt in de industrie. Buiten Nederland
werd het spoor al vanaf de 16e eeuw ingezet voor het vervoer van
delfstoffen in de mijnbouw. Het industriespoor bleef altijd een
belangrijke toepassing van het railvervoer. meer >
Meer informatie over de geschiedenis van het railvervoer
Toonbeelden van mobiel erfgoed
In 2016 werd door de stichting Mobiele
Collectie Nederland (MCN) het project 'Toonbeelden van Mobiel Erfgoed' ontwikkeld. Het project laat een flink aantal kenmerkende voorbeelden van onze mobiliteitsgeschiedenis zien, die een relatie leggen tussen de geschiedenis van Nederland en de historische vervoermiddelen als levende getuigen daarvan. Daar is natuurlijk ook het nodige 'Railgebonden erfgoed' bij!
Subsidie en ondersteuning
De stichting Mobiele Collectie Nederland kon dit project realiseren dankzij een subsidie van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en ondersteuning vanuit de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. De resultaten zijn verwerkt in een website.
|