Symbool industriële revolutie

In Engeland, waar aan het begin van de 19e eeuw de stoomtrein werd uitgevonden, bleek het vervoer over spoor een enorm succes. Andere landen in de westerse wereld volgden het Engelse voorbeeld. De trein werd gezien als een van de belangrijkste symbolen van de industriële revolutie en het nieuwe transportmiddel werd vol enthousiasme binnengehaald. In ons eigen land liet het nieuwe vervoermiddel wat langer op zich wachten. Door onze goede waterwegen en een wat trage economische ontwikkeling leek de behoefte aan de trein aanvankelijk wat minder groot.

Toch reed vanaf 1839 ook in Nederland de stoomtrein; in dat jaar werd onze eerste spoorwegverbinding tussen Amsterdam en Haarlem geopend. De trein zorgde voor een ware revolutie: reizen ging ineens vier keer zo snel! Vooral in de tweede helft van de 19e eeuw breidde het spoorweg-net zich gestaag uit. Eerst werden de grotere plaatsen met elkaar verbonden, daarna kregen ook andere plaatsen hun toegang tot het spoor. Rond 1930 beleefde het Nederlandse spoorwegnet zijn hoogtepunt: 3500 kilometer spoorrails doorkruisten toen ons land.

Vanaf de jaren 1930 ondervonden de spoorwegen steeds meer concurrentie van het wegvervoer, maar het hoofdspoorwegnet werd in de loop der jaren niet veel kleiner. Anders dan het lokaalspoor, de interlokale tram en het industriespoor, werd de auto het hoofdspoor niet fataal.
Het net van hoofdspoorlijnen, dat in de tweede helft van de 19e eeuw werd aangelegd, is in hoofdzaak nog aanwezig. En ondanks veel gehoorde klachten, heeft de trein nog altijd een belangrijke functie in ons nationale vervoerssysteem!

Onderstaand worden schematisch enkele belangrijke ontwikkelingen in de geschiedenis van het railvervoer op hoofdspoorlijnen weergegeven.

  • 1886: Invoering draaistellen bij rijtuigen en locomotieven
  • 1839: Opening eerste spoorlijn Amsterdam-Haarlem door de Hollandsche IJzeren Spoorweg-Maatschappij (HIJSM)
  • 1845: Oprichting Nederlandsche Rhijnspoorweg-Maatschappij (NRS)
  • 1855-1866: Het breedspoor (spoorwijdte van 2000 mm) wordt vervangen door normaalspoor (spoorwijdte van 1435).
  • 1860: Wet op de aanleg van Staatsspoorwegen. Overheid neemt zelf de aanleg ter hand, maar de exploitatie van zo'n staatsspoorweg wordt uitbesteed.
  • 1863: Oprichting particuliere Maatschappij tot exploitatie van Staatsspoorwegen (SS) en Nederlandsche Centraal Spoorweg-Maatschappij (NCS)
  • 1866 e.v.: Introductie van locomotieven speciaal voor rangeerdiensten.
  • 1870 e.v.: Industriële Revolutie brengt een ongekende ontwikkeling van het verkeer met zich mee, waarbij belangrijke economische centra door hoofdspoorlijnen met elkaar verbonden worden.
  • 1873: Oprichting Noord Brabantsch Duitsche Spoorweg-Maatschappij (NBDS)
  • 1878: Invoering doorgaande Westinghouserem voor snellere treinen
  • 1883 e.v: Bouw zwaardere locomotieven voor zwaardere sneltreinen
  • 1890: Spoorwegovereenkomst en liquidatie NRS
  • 1890: Invoering vouwbalgen om door treinen te kunnen lopen
  • 1903: Spoorwegstaking
  • 1905 e.v.: Bouw zwaardere locomotieven met oververhitter
  • 1908: Eerste elektrische trein
  • 1920: SS, HSM en NCS vormen belangengemeenschap "Nederlandse Spoorwegen"; materieelparken worden samengevoegd
  • 1923: Invoering geheel stalen rijtuigen
  • 1923: Introductie treinen met verbrandingsmotor; in eerste instantie benzinemotoren.
  • 1927: Grootschalige invoering van elektrische trein op het bestaande spoorwegnet ter vervanging van de stoomtrein.
  • 1931: Invoering dieselelektrische treinen ter vervanging van de stoomtrein op minder drukke lijnen en in rangeerdienst.
  • 1932: Invoering geheel gelaste stalen personenrijtuigen
  • 1934: Invoering doorgaande rem op goederentreinen
  • 1934: Eerste dieselelektrisch treinstel met modern stroomlijndesign en automatische koppeling.
  • 1937: Maatschappijen SS, HSM en NCS gaan op in de "N.V. Nederlandsche Spoorwegen" (NS)
  • 1940-1945: Tweede wereldoorlog; onder moeilijke omstandigheden moet veel vervoerd worden.
  • 1944: Spoorwegstaking; grootschalige deportatie van Nederlands spoorwegmaterieel naar Duitsland
  • 1948: Introductie elektrische locomotieven
  • 1950 e.v.: Wederopbouwperiode. Toenemend vervoer, maar ook toenemende concurrentie spoorwegen door (particulier) wegverkeer
  • 1956: Opheffing Eerste klasse, invoering Eerste en Tweede klasse nieuwe stijl
  • 1950 e.v.: Voortgaande vervanging van stoomtractie door elektrische en dieselelektrische tractie
  • 1958: Laatste stoomtrein bij NS

Meer informatie over het hoofdspoor

De onderstaande railmonumenten geven bij elkaar een representatief beeld van enkele belangrijke ontwikkelingen in de geschiedenis van het hoofdspoor in ons land.