Als gevolg van de Tweede Wereldoorlog moesten de Nederlandse Spoorwegen investeren in nieuwe locomotieven. Ze kochten niet alleen elektrische locomotieven, maar ook diesellocomotieven.
Begin jaren vijftig namen de Nederlandsche Spoorwegen onder leiding van directeur F.Q. den Hollander het besluit om het bedrijf drastisch te moderniseren en alle resterende stoomlocomotieven te vervangen door diesellocomotieven: in korte tijd werden er enkele honderden van aangeschaft.

De eerste serie diesellocomotieven werd deels door de Nederlandse Spoorwegen zelf betaald, deels met gelden uit het Marshallplan (het hulpverleningsplan van de Amerikaanse regering om de West-Europese naoorlogse economie weer op te bouwen). Ze werden niet alleen met Amerikaans geld gefinancierd, maar ook naar voorbeeld van een Amerikaans ontwerp uitgevoerd. Er werden in korte tijd 150 locomotieven van dit type gebouwd in Nederland (bij Allan) en in Frankrijk. Dit werd de locomotiefserie 2200/2300.

De locomotieven behoorden wel tot de breedst inzetbare van de Nederlandse Spoorwegen. In het begin reden ze ook reizigerstreinen; in latere jaren reden ze die alleen nog in de spits op lijnen die niet elektrisch waren. Maar bekend werden de locomotieven vooral door het betere goederen-werk, waarbij soms vier van deze locomotieven zware erts- en cokestreinen voor de Hoogovens trekken. Tenslotte waren de locomotieven ook onmisbaar voor het trekken van meer dagelijkse goedenrentreinen en het vele rangeerwerk op emplacementen en bedrijfsaansluitingen.

Enkele locomotieven bleven tot in de eerste jaren van het nieuwe millennium in gebruik, onder andere bij de nieuwe spooraannemers.

Diesellocomotief 2203 als Railmonument

Enkele exemplaren van de serie 2200 zijn behoed voor de sloop, waaronder locomotief NS 2203, die samen met enkele soortgenoten, door de Veluwsche Stoomtrein-Maatschappij werd verworven.

De locomotief is met een A-status ingeschreven in het Nationaal Register Railmonumenten.
Diesellocomotief NS 2203 representeert namelijk een belangrijke ontwikkeling in de geschiedenis van het Nederlandse railvervoer, namelijk de aanschaf van grote series diesel-elektriche locomotieven ter vervanging van stoomlocomotieven in de goederentreindiensten. Diesellocomotief NS 2203 representeert bovendien eem beeldbepalende serie in de geschiedenis van het Nederlandse railvervoer, te weten de serie 2200/2300, waarvan 150 exemplaren gedurende tientallen jaren dienst deden in geheel Nederland.
Als oudst bewaard gebleven exemplaar van de serie 2200/2300 heeft locomotief NS 2203 een A-status gekregen.